De functie van de wet

In veel traditionele kerken wordt de wet elke week voorgelezen. Vaak gaat het dan om de Tien Geboden, soms wordt er een ander deel uit de wet gelezen. Sommigen denken dat de wet een soort richtlijn is om naar te leven. Anderen denken dat het volgen van de wet noodzakelijk is om überhaupt door God geaccepteerd te worden. Volgens mij is er vrij veel verwarring over de functie van de wet en al helemaal over de functie van de wet voor een christen. Daarom de vraag: Wat is de functie van de wet? Overigens, als ik het over ‘de wet’ heb, dan heb ik het ook over de Tien Geboden. De Tien Geboden zijn namelijk onderdeel van de gehele wet, die 613 geboden bevat.

De vraag naar de functie van de wet is een vraag die Paulus ook stelt in zijn brief aan de Galaten. Dat doet hij in het derde hoofdstuk. Maar voordat hij die vraag stelt, geeft hij eerst wat context.

Galaten 3:15-27 (alle tekst komt uit de HSV)

15 Broeders, ik spreek op menselijke wijze: Zelfs een verbond van mensen dat rechtsgeldig is geworden, stelt niemand terzijde of voegt daar iets aan toe. 16 Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen, maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus. 17 Dit nu zeg ik: Het verbond, dat eertijds door God rechtsgeldig was gemaakt met het oog op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderddertig jaar gekomen is, niet krachteloos gemaakt om de belofte teniet te doen. 18 Want als de erfenis uit de wet is, is zij niet meer uit de belofte; maar aan Abraham heeft God die door de belofte genadig geschonken.

Paulus geeft aan dat hij spreekt naar de taal van mensen. Hij gebruikt het woord verbond, dit woord verbond is eigenlijk een testament zoals wij dat kennen. Bij mensen is het zo dat als je een testament opstelt en je sterft, dat het niet mogelijk is dat er iemand langskomt en zegt: ‘Ik ga dat testament even aanpassen.’ Dat is niet de bedoeling van een testament, het kan niet zomaar veranderd worden. Paulus zegt dat God een testament heeft opgesteld met Abraham, dit testament is gebaseerd op een belofte, namelijk dat de mens zal worden gered door geloof in de Messias (Gal 3:6-9). Paulus geeft aan dat ruim vierhonderd jaar later God de wet gaf. Paulus schrijft dat deze wet de belofte aan Abraham, dat men gered wordt door geloof, niet krachteloos maakt, de wet komt niet in plaats van de belofte aan Abraham. De vraag die dan opkomt: waarom gaf God dan wél de wet? Precies die vraag stelt Paulus ook in het volgende vers:

19 Waartoe dient dan de wet? Zij is eraan toegevoegd omwille van de overtredingen, totdat het Nageslacht zou gekomen zijn aan Wie het beloofd was; en zij is door engelen in de hand van de middelaar beschikt.

Goed, waartoe dient de wet nou? Paulus schrijft dat de wet werd toegevoegd ‘omwille van de overtredingen’. Het woord overtredingen betekent niet simpelweg zonden. Het Griekse woord dat Paulus gebruikt, parabaseon, betekent: het overtreden van een wet. [1] Met andere woorden: de wet werd gegeven zodat wij de wet zouden overtreden! Dát is de functie van de wet, dat wij die zouden overtreden. Maar hoe werkt dat dan? De logica gaat als volgt:

God maakte een belofte aan Abraham, dat iedereen die gelooft, gered zou worden. Maar het zit in de mens om te gaan denken dat wij onze redding zelf wel kunnen bewerkstelligen. Als we nu dit ritueel gaan doen, als we dit zo doen, of dat op die manier, dan zal God ons wel goed genoeg vinden. De mens stelt zelf een standaard op, meet zichzelf daarlangs en denkt: ‘Het zit wel goed met mij’. Maar toen kwam de heilige wet met alle 613 geboden, afkomstig van God. God zei als het ware: ‘Goed, jullie willen je aan een standaard houden, hier heb je de standaard, succes!’ Het was onmogelijk om aan al die 613 geboden te voldoen. Het is onmogelijk om in je hele leven nooit te liegen, geen kwaad te doen enzovoort. De wet zorgde er dus voor dat wij inzagen dat wij helemaal niet zo goed zijn als dat wij dachten. In plaats dat we denken dat we onszelf wel kunnen redden, blijkt nu juist dat we in een slechte positie zitten, we zijn lang niet goed genoeg! En precies dat is de functie van de wet. Want op het moment dat je je beseft dat je jezelf niet kunt redden, omdat je niet voldoet aan de eis van de wet met zijn 613 geboden, op dat moment ga je ervoor open staan dat je een Redder nodig hebt. In vers 22 gaat Paulus verder:

22 Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. 23 Voordat het geloof echter kwam, werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou worden.

Wij kwamen erachter dat wij niet konden voldoen aan de eis van de wet. De wet gooide ons als het ware in de gevangenis, zegt Paulus. De wet bewaakte ons in die gevangenis en elke keer als we de wet weer overtraden dan sloeg de wet ons bont en blauw. Hierdoor was de gedachte dat wij onszelf wel zouden kunnen redden, volledig verdwenen, wij zijn hopeloos verloren! En precies op dat moment komt Jezus. En omdat wij beseffen dat wij het zelf niet kunnen, merken wij dat het alleen door geloof in Hem wel kan: gered worden. Dan zijn we weer terug bij de belofte die aan Abraham werd gegeven, maar nu met het verschil dat wij geloven en dus gered zíjn. Paulus besluit dit door te zeggen in vers 24:

24 Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden.

Het woord dat hier vertaald is met leermeester, is het Griekse woord paidagogos. Leermeester klinkt best vriendelijk, maar het is van belang om te weten dat de paidagogos helemaal geen vriendelijk persoon was voor zijn leerling. Een paidagogos was in de Griekse tijd een slaaf die door rijke ouders werd ingehuurd om de kinderen goed gedrag aan te leren, om de kinderen correct te laten spreken en goede manieren te leren. De paidagogos was geen lieve leraar, die je hielp met je wiskundeopdrachten, hij was ingehuurd om het kind te disciplineren. Vast werktuig van de paidagogos was dan ook een zweep of een stok om het kind te slaan. [2] 

Maar dat is niet alles, Paulus gaat nog verder. In vers 25, 26 en 27 schrijft hij:

25 Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester. 26 Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. 27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.

Nu wij tot geloof gekomen zijn, hebben wij de leermeester niet meer nodig. Wij hebben namelijk de Redder geaccepteerd, de Redder naar wie de wet altijd gewezen heeft. Door de wet zagen wij dat wij onszelf niet kunnen redden, maar nu hebben wij de Redder gevonden. De leermeester wordt ontslagen. Dit wordt door Paulus nog extra benadrukt in vers 27, waar hij schrijft dat wij ons met Christus hebben bekleed. Als een jongen in de Griekse tijd volwassen was geworden, dan werd zijn kinderkleding weggegooid, hij kreeg dan de kleding die volwassenen dragen, nog een teken dat de leermeester niet meer nodig is, als gelovige ben je volwassen geworden.

 

Dus wat was de functie van de wet, inclusief de Tien Geboden?

De wet werd gegeven met het doel dat wij diezelfde wet zouden overtreden. Daardoor zouden wij inzien dat wij onszelf niet kunnen redden, waardoor het idee van een Redder mogelijk werd. Toen wij die Redder aannamen als onze Redder, was de functie van de wet voltooid. De wet was perfect (Rom 7:12), hij deed precies wat hij moest doen. Nu wij de Redder hebben aangenomen heeft de wet geen functie meer voor ons, of eigenlijk is de functie van de wet veranderd, zoals ik hieronder zal uitwerken.

Matteüs 5:17-18: de wet is toch niet afgeschaft?

Ik hoor het je al denken: maar de wet is toch niet afgeschaft? Meestal verwijst men met deze reactie naar Matteüs 5:17-18:

17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. 18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.

Bedoelt Jezus hiermee dat wij nog steeds vast zitten aan de geboden, of bedoelt Hij wat anders? Volgens mij bedoelt Hij wat anders. Ten eerste noemt Jezus ook de Profeten in dit tekstgedeelte. Ik zal laten zien waarom de Profeten niet zijn afgeschaft, maar wel anders zijn gaan functioneren door de komst van Jezus. Als voorbeeld neem ik Jesaja 53, de bekende profetie over de lijdende Knecht. Op het moment dat deze tekst werd geschreven, waren de gedachten van de lezer: Wie zal het zijn? Hoe zal dit allemaal in werkelijkheid gaan gebeuren? Wanneer zal dit allemaal gebeuren? Het was een profetie, dus het antwoord lag in de toekomst. De lezer voor de komst van Jezus had hier andere vragen bij dan de lezer na de komst van Christus. De lezer na de komst van Christus zou denken: Wow, dit gaat allemaal over Jezus, Zijn leven is de perfecte beschrijving van de lijdende Knecht. Hij ís de Messias, de tekst dient nu meer als een soort bewijslast. Zoals je ziet, is de uitwerking van de profetie voor en na Jezus verschillend. We moeten de Profeten nu niet uit de Bijbel scheuren en zeggen: ‘Nou, dat is geweest’. Daarmee gooi je de bewijslast weg.

En zo is het ook met de wet. Voordat Jezus in ons leven was, gooide de wet ons in de gevangenis, hij liet ons zien dat wij het zelf niet konden redden. Maar toen kwam Jezus en door het geloof in Hem, mochten wij weten dat wij gered zijn. Net als bij de Profeten is de kijk op de wet nu geheel anders, de wet gooit ons nu niet meer in de gevangenis en slaat ons niet meer bont en blauw. Maar nu wij Jezus hebben aangenomen, is de theologie, de uitwerking van de wet op ons, anders. Ook de wet is nu een bewijslast geworden. Dat wordt duidelijk in Lukas 24:44: En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.

Het vernietigen van de wet en de Profeten zou dus enorm dom zijn. Marcion leefde in de tweede eeuw na Christus en stelde dat het Oude Testament geen functie meer had voor de kerk. Hij wilde, in tegenstelling tot wat Jezus zei, het Oude Testament afschaffen. [3] Maar hoe zouden wij ooit de volheid van Jezus werk kunnen zien, als wij de Profeten en de wet op die manier zouden behandelen? Je gooit daarmee al het bewijs voor Jezus weg. In die zin blijven de Profeten en de wet dus volledig in tact, en worden zij niet afgeschaft, maar de uitwerking is veranderd. Jezus kwam dus inderdaad niet om af te schaffen, maar hij vervuldeVervullen is een term die gebruikt wordt voor profetie, een aanwijzing dat dus ook de wet diende als profetie naar Jezus.

Daarnaast, ik heb hierboven proberen te laten zien dat de functie van de wet was om ons te laten zien dat wij het zelf niet redden. Zonder wet zouden wij denken dat wij het prima zelf zouden kunnen redden. Maar in het vervolg van de verzen van Matteüs doet Jezus iets opvallends, Hij past de wet aan. Misschien dat er nog wel mensen waren die dachten: ‘Het gaat mij zelf nog wel lukken, ik heb nog steeds geen Redder nodig‘. Jezus scherpt de wet nog verder aan, de mensen worden als het ware in maximum security gegooid. Waar in de wet stond dat wij geen overspel mochten plegen, zegt Jezus dat iemand die zelfs maar begerig kijkt naar een andere vrouw al schuldig is (Mat 5:27-28)! Ook andere wetten zoals ‘U zult niet doodslaan’ wordt verder aangescherpt (Mat 5:21-22). Zelfs de mensen die nu nog van zichzelf dachten dat zij wel zouden voldoen, moeten nu toch echt toegeven dat zij een Redder nodig hebben.

 

En hoe zit het dan met een tekst als Openbaring 22:14?

14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.

Het lijkt er toch op dat als je de geboden doet, dat je dan gered bent. Maar de vraag die je je moet stellen bij deze tekst is: welke geboden worden hier bedoeld?

Bij Johannes is dat vrij simpel te achterhalen eigenlijk, en dat komt door zijn schrijfstijl. In het Grieks zijn er namelijk twee woorden voor het Nederlandse woord ‘gebod’: nomos en entole. Als Johannes schrijft over de wet die het volk Israël kreeg bij de Exodus, dan maakt hij altijd gebruik van het woord nomos, hieronder een voorbeeld (mocht je de gehele lijst willen zien, stuur mij dan een bericht):

Johannes 1:17: Want de wet (Nomos) is door Mozes gegeven, de genade en waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.

Johannes 7:19: Heeft Mozes u niet de wet (Nomos) gegeven? En niemand van u doet de wet (Nomos). Waarom probeert u mij te doden?

Het tweede Griekse woord, entole, wordt door Johannes nooit gebruikt voor de wet van Mozes, maar altijd alleen om het gebod van de liefde aan te geven:

Johannes 15:12: Dit is Mijn gebod (Entole): dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb.

1 Johannes 4:21: En dit gebod (Entole) hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.

Nu even terug naar de tekst in Openbaring 22:

14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.

Welk woord gebruikt Johannes hier om het woord geboden te bestempelen? ἐντολὰς, oftewel entolas (entole). Volgens Johannes zijn schrijfstijl en woordgebruik in al zijn teksten, kan het hier dus nooit over de geboden gaan van Mozes, inclusief de Tien Geboden, maar moet het gaan over de geboden van de liefde: Heb uw naaste lief als uzelf en God boven alles!

Een Christen is dus niet meer onder de wet, mag ik dan doen wat ik wil?

Veel mensen denken dat als je zegt dat wij niet meer onder de wet en de Tien Geboden zijn, dat je dan blijkbaar alles mag doen. Moord, vreemdgaan, stelen is dan blijkbaar geen probleem meer, denken zij. Maar daar klopt natuurlijk helemaal niets van. Zoals ik beschreef, ben je op het moment dat je tot geloof komt in Christus gered. Op dat moment ontvang je ook de Heilige Geest. Geeft die Heilige Geest in mij aan dat ik alles mag doen? Nee, natuurlijk niet! Juist omdat ik de Heilige Geest heb, wil ik helemaal niet moorden, stelen of vreemdgaan. Dat zit gewoon niet meer in mijn systeem! Maar ik  heb daar helemaal geen wet meer voor nodig om mij daar elke keer op te wijzen!

Hoe zit het dan met de Bijbelse feestdagen en de Sabbat?

Het artikel zou te lang worden, om daar nu nog volledig op in te gaan. Maar ik ben wel van plan om hier binnenkort nog iets over te schrijven. In het kort: Ook alle feestdagen en de Sabbat verwezen naar Jezus. Wat dat betekent voor onze houding ten opzichte van deze dagen, heb ik beschreven in dit artikel!

Ik hoop dat dit artikel enige duidelijkheid heeft kunnen geven over de wet. Reacties zijn altijd welkom. Je mag me ook altijd een bericht sturen via het contactformulier of een bericht sturen op Facebook.

[1] D. L. Bock, The Bible Knowledge Word Study. (Colorado: Cook Communications Ministries, 2006), p 390.

[2] J. R. W. Stott, The Preacher’s Portrait: Some New Testament Word Studies. (Grand Rapids: William B. Eerdmans Publishing Company, 1961), p 85.

[3] E. Ferguson, Church History Volume One: From Christ to Pre-Reformation. (Grand Rapids: Zondervan, 2005), p 86-87

4 thoughts on “De functie van de wet”

  1. Mooi geschreven volkomen dwaalleer, de wet is gegeven toen het volk Israël gehersenspoeld was door jarenlange slavernij in Egypte waar ze God niet konden dienen maar de farao, om ze duidelijk te maken hoe God wil dat ze zouden leven. God heeft altijd ons welzijn op het oog, dat welzijn is onze heiliging, zonder welke wij niet de Heer kunnen zien want God is heilig en kan geen gemeenschap hebben met onheiligheid. God wil vanaf het begin, vanaf de schepping, met ons gemeenschap hebben, samen leven, daarvoor heeft Hij de mens gemaakt, kijk maar naar de hof van Eden waar Adam en Eva met God wandelden. Hij zei: laat Ons mensen maken naar Ons beeld, maar door de zondeval weerspiegelen wij Hem niet meer. Omdat God zoveel van ons houdt heeft Hij zijn volk, waarbij ook mensen uit Egypte zijn meegegaan die zich bij Gods volk aansloten, uit Egypte geleid, een beeld dat wij ook geestelijk kunnen toepassen, wij mogen ons ook aansluiten bij Gods volk en dan gelden voor ons dezelfde regels. In de woestijn kreeg het volk manna te eten, dat ze elke dag moesten rapen, behalve op de zesde dag, dan moesten ze voor twee dagen rapen. Dit was om ze het principe van de heiliging van de zevende dag, de Sabbat, te leren, dat vanaf de schepping ingesteld was. In Egypte hadden ze dit verleerd, daar hadden ze niet de ruimte om naar Gods maatstaven te leven. Door het offer van Jeshua, zoals Jezus werkelijk heet, (ik heb in het buitenland ook niet opeens een andere naam) is niet de wet afgeschaft maar is ons genade verleend als wij God wíllen gehoorzamen maar daarin falen. Wel moeten wij opletten van wie de leefregels komen, de bijbel gehoorzamen naar beste weten en inzicht maar niet de regels die door rabbijnen in de oudheid zijn opgesteld, die zijn te zwaar. En Jeshua zegt zelf dat Zijn regels niet zwaar zijn. Maar die genade ontslaat ons niet van de regels, die regels heeft God ons gegeven tot heil, heelmaking, veiligheid en niet om een stok te vinden om ons te slaan. Bovenstaand artikel zet God neer als boeman van wie wij verlost moeten worden en niet als liefhebbende Vader die ons tuchtigt om ons te vervolmaken zodat wij weer op Hem gaan lijken, weer Zijn beelddragers worden zodat Hij in gemeenschap met ons kan leven. Jacobus zegt ook dat zonder werken ons geloof dood is, dan zijn het lege praatjes, net als je in de actie/reactie van je vrouw/man/kinderen ziet dat ze van je houden en niet alleen omdat het gezegd wordt. Als liefde nergens uit blijkt is het dan liefde?

    Like

    1. ‘Mooi geschreven volkomen dwaalleer, de wet is gegeven toen het volk Israël gehersenspoeld was door jarenlange slavernij in Egypte waar ze God niet konden dienen maar de farao, om ze duidelijk te maken hoe God wil dat ze zouden leven. God heeft altijd ons welzijn op het oog, dat welzijn is onze heiliging, zonder welke wij niet de Heer kunnen zien want God is heilig en kan geen gemeenschap hebben met onheiligheid.’

      Volgens mij impliceer je hier dat de wetgeving onze heiliging is. Dat is echter niet waar. Wij worden geheiligd door ons geloof, niet door de wet te volgen. Als wij gaan geloven dan ontvangen wij de Heilige Geest en worden wij geheiligd (Rom 15:15-16).

      ‘God wil vanaf het begin, vanaf de schepping, met ons gemeenschap hebben, samen leven, daarvoor heeft Hij de mens gemaakt, kijk maar naar de hof van Eden waar Adam en Eva met God wandelden. Hij zei: laat Ons mensen maken naar Ons beeld, maar door de zondeval weerspiegelen wij Hem niet meer. Omdat God zoveel van ons houdt heeft Hij zijn volk, waarbij ook mensen uit Egypte zijn meegegaan die zich bij Gods volk aansloten, uit Egypte geleid, een beeld dat wij ook geestelijk kunnen toepassen, wij mogen ons ook aansluiten bij Gods volk en dan gelden voor ons dezelfde regels. In de woestijn kreeg het volk manna te eten, dat ze elke dag moesten rapen, behalve op de zesde dag, dan moesten ze voor twee dagen rapen. Dit was om ze het principe van de heiliging van de zevende dag, de Sabbat, te leren, dat vanaf de schepping ingesteld was.
      Over de Sabbat schrijf ik later nog, dus ik laat dit even rusten. Het is wel opvallend dat de Sabbat, die een rij grote rol speelt in het Oude Testament NA de wetgeving, nergens voorkomt in de periode vóór de wetgeving. Volgens mij is er dan ook een andere reden waarom er in de wetgeving van de Sabbat wordt verwezen naar de schepping, maar daarover later meer.In Egypte hadden ze dit verleerd, daar hadden ze niet de ruimte om naar Gods maatstaven te leven. Door het offer van Jeshua, zoals Jezus werkelijk heet, (ik heb in het buitenland ook niet opeens een andere naam) is niet de wet afgeschaft maar is ons genade verleend als wij God wíllen gehoorzamen maar daarin falen. Wel moeten wij opletten van wie de leefregels komen, de bijbel gehoorzamen naar beste weten en inzicht maar niet de regels die door rabbijnen in de oudheid zijn opgesteld, die zijn te zwaar. En Jeshua zegt zelf dat Zijn regels niet zwaar zijn. Maar die genade ontslaat ons niet van de regels, die regels heeft God ons gegeven tot heil, heelmaking, veiligheid en niet om een stok te vinden om ons te slaan. Bovenstaand artikel zet God neer als boeman van wie wij verlost moeten worden en niet als liefhebbende Vader die ons tuchtigt om ons te vervolmaken zodat wij weer op Hem gaan lijken, weer Zijn beelddragers worden zodat Hij in gemeenschap met ons kan leven.’

      Ik zet God helemaal niet neer als een boeman. De wet fungeerde als een soort boeman, maar dat was ook precies de functie van de wet: ons laten zien dat wij het zelf niet kunnen, dat wij een Redder nodig hebben. Als je zegt dat de wet is gegeven voor onze veiligheid en niet om een stok te vinden om ons te slaan, dan vraag ik mij af of je wel eens de parallellen hebt bekeken van voor en na de wetgeving. Bijvoorbeeld:

      VOOR de wetgeving mort het volk en geeft God kwakkels aan het volk om te eten. Het volk heeft genoeg, niet teveel. Er vallen geen doden. (Exodus 15)
      NA de wetgeving mort het volk opnieuw, God zendt opnieuw kwakkels, maar nu vele malen meer, zodat het volk gulzig wordt (Numeri 11). Gods toorn ontbrand en er vallen die dag vele doden (Num 11:33-35).

      VOOR de wetgeving wordt de sabbatschender niet gestraft door God (Exodus 16). Er volgt geen dood op de overtreding.
      NA de wetgeving wordt de sabbatschender gestenigd (Numeri 15:36).

      VOOR de wetgeving verslaan de Israelieten de Amalekieten (Ex 17:8-16).
      NA de wetgeving worden de Israelieten verpletterd door de Amalekieten (Numeri 14:45)

      VOOR de wetgeving heeft het volk dorst, God zorgt ervoor dat zij water krijgen (Ex 15:22-27)
      NA de wetgeving heeft het volk weer dorst, waarop God hen straft. Het volk zal niet in Israel komen, zij zullen sterven in de woestijn. (Ex 20:8-13)
      En zo zijn er nog vele voorbeelden van de wet die de dood bracht (2 Kor 3) voor het volk.

      ‘Jacobus zegt ook dat zonder werken ons geloof dood is, dan zijn het lege praatjes, net als je in de actie/reactie van je vrouw/man/kinderen ziet dat ze van je houden en niet alleen omdat het gezegd wordt. Als liefde nergens uit blijkt is het dan liefde?’

      Heb je wel eens gezien wat voor voorbeelden Jakobus gebruikt? Hij gebruikt helemaal niets uit de Tien Geboden. Hij gebruikt als voorbeelden alledaagse zaken, zoals het kleden van mensen die geen kleding hebben en het koud hebben (Jak 2:14-16). Daarnaast gebruikt hij het voorbeeld van Rachab die de boden ontving (Jak 2:25-26), en Abraham die bereid was om zijn zoon op te geven (Jak 2:21-23). Nergens wordt hierin teruggegrepen op punten uit de wet. Wij zullen herkend worden door onze liefde voor onze naaste. (Joh 13:35), niet door werken uit de wet.

      Like

Leave a comment